De Gedragscode Zwembranche

De Gedragscode Zwembranche

De omgang tussen zwembadmedewerkers en bezoekers en zwemleerlingen laat zich niet tot in detail regelen. Zeker niet wanneer lichamelijk contact nodig is in de vorm van instructie, correctie of hulp (denk hierbij aan bezoekers met een beperking) of ter voorkoming van verdrinking of een andere onveilige situatie dan wel noodzakelijk is voor de handhaving van de orde en veiligheid. Niettemin verdient het aanbeveling om uitgangspunten en gedragsregels
vast te stellen aan de hand waarvan de grens tussen geoorloofd en ongewenst gedrag van zwembadmedewerkers in concrete situaties kan worden vastgesteld.

Het doel hiervan is om alle betrokken personen te beschermen en het publieke vertrouwen in de zwembranche te
herstellen.
De Nationale Raad Zwemveiligheid (hierna NRZ te noemen) en betrokkenen vanuit de zwembranche (hierna ‘de zwembranche’) zijn met elkaar in overleg getreden met als doel een gedragscode met
bovengenoemde strekking te realiseren. Daartoe hebben NPZ en de zwembranche de ‘Gedragscode Zwembranche’ en de ‘Uitgangspunten beroepsuitoefening algemeen’ (hierna gezamenlijk te noemen:
‘de gedragscode’) opgesteld die gedragsregels bevatten. Deze gedragsregels zijn bedoeld als richtlijn voor correct gedrag van zwembadmedewerkers. De verschillende voorbeelden van ongewenst gedrag die in de gedragscode worden genoemd zijn derhalve niet limitatief of statisch.
Een aantal in de gedragscode te noemen begrippen wordt hieronder gedefinieerd.

Zwembadmedewerker
Onder ‘zwembadmedewerker’ wordt in de gedragscode verstaan een natuurlijk persoon die ongeacht de juridische status van de werkrelatie (ambtenaar, werknemer, gedetacheerde, ZZP-er, uitzendkracht, vrijwilliger, stagiair, leerling et cetera) werkzaamheden verricht in het:
• uitvoerend kader, bijvoorbeeld in de functie van zwembadmedewerker of zwemonderwijzer;
• facilitair kader, bijvoorbeeld in de functie van kantinemedewerker, onderhoudsmedewerker,
baliemedewerker;
• leidinggevend kader;
• bestuurlijk kader;
• administratief kader;
• toezichthoudend kader, bijvoorbeeld de rapporteurs diplomazwemmen
Bezoeker
Onder ‘bezoeker’ wordt verstaan: iedere (natuurlijk) persoon, niet zijnde een zwembadmedewerker,
die het zwembad bezoekt.
Zwemleerling
Onder ‘zwemleerling’ wordt verstaan: iedere bezoeker die zwemonderwijs van een
zwembadmedewerker krijgt.
Logboek
Onder ‘logboek’ wordt verstaan: een register, schriftelijk of digitaal, waarin de zwembadmedewerker
de in de gedragscode genoemde gebeurtenissen kan optekenen.
© Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, 25 mei 2011 2
Uitgangspunten beroepsuitoefening algemeen
Een zwembadmedewerker
1. streeft ernaar zijn/haar beroep zo goed mogelijk uit te oefenen en neemt daarbij de opvattingen en standpunten van de beroepsgroep zoals vastgelegd in de gedragscode in acht; is zich bij de uitoefening van zijn/haar beroep voortdurend bewust van zijn/haar voorbeeldfunctie;
2. neemt zijn/haar eigen verantwoordelijkheid voor zijn/haar beroepsuitoefening binnen de grenzen van het zwemonderwijs en binnen de geldende regelingen van het zwembad waar hij/zij werkzaam is;
3. neemt de grenzen van zijn/haar professionele deskundigheid in acht; ingeval aard en omvang van problemen die zijn/haar deskundigheid overstijgen, is hij/zij gehouden andere deskundigen in te schakelen; bijvoorbeeld bij vermoeden van misbruik en mishandeling (in
de thuissituatie);
4. is verantwoordelijk voor verdere ontwikkeling van zijn/haar professionaliteit; ook op het gebied van sociale omgang en correcte communicatie met bezoekers, ouders en kinderen;
5. doet zijn/haar werk als lid van een team, in een collegiale verantwoordelijkheid;
6. onderhoudt professionele contacten met collega’s binnen het zwembad en met de zwembaddirectie;
7. communiceert correct met collega’s en directie in woord, gebaar, op schrift en via elektronische middelen;
8. ziet erop toe dat collega’s zich aan de gedragscode houden. Spreekt in voorkomende gevallen collega’s aan op ongewenste omgangsvormen;
9. informeert zijn/haar leidinggevende bij ongewenste omgangsvormen dan wel negeren van de gedragscode door een collega.
© Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, 25 mei 2011 3
Gedragscode Zwembranche
De zwembadmedewerker in contact met bezoekers
1. zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de bezoekers van het zwembad, waaronder zwemleerlingen, kinderen en ouders, zich veilig voelen; door zichtbaar te zijn, toezicht te houden en consequent de regels te handhaven;
2. heeft de plicht bezoekers te beschermen tegen (machts)misbruik, (seksuele) intimidatie en andere ongewenste omgangsvormen binnen het zwembad;
3. realiseert zich te allen tijden dat bepaalde situaties en/of handelingen door de bezoeker kunnen worden ervaren als (seksuele) intimidatie, dan wel kunnen leiden tot beschuldigingen van ongewenst gedrag;
4. vermijdt 1 op 1 situaties met bezoekers in afgesloten ruimte, tenzij dit uit oogpunt van veiligheid en/of gezondheid noodzakelijk is, zoals in het geval EHBO moet worden verleend, levensreddende handelingen moeten worden verricht of het zwembad vanwege calamiteiten moet worden
ontruimd. Een dergelijke situatie wordt altijd in het logboek opgenomen en aan de leidinggevende gemeld;
5. betreedt een kleedkamer, doucheruimte, sauna of een soortgelijke ruimte, waar een bezoeker is, pas na vooraf verzochte toestemming van de bezoeker en zal vervolgens zijn/haar betreden van
de kleed-/doucheruimte verantwoorden aan zijn/haar leidinggevende; Indien het om redenen van veiligheid en gezondheid van de bezoeker niettemin noodzakelijk is om deze ruimte te betreden,
zoals in de in artikel 4 genoemde gevallen zal hij/zij dit duidelijk en met redenen omkleed, aankondigen. Een dergelijke situatie wordt altijd in het logboek opgenomen en aan de leidinggevende gemeld. De bezoeker wordt zoveel mogelijk privacy gegund;
6. heeft in zijn/haar contacten met de bezoeker alleen dan lichamelijk contact voor zover dit functioneel en/of noodzakelijk is, bijvoorbeeld om onderwijskundige redenen of om redenen van veiligheid of gezondheid van de bezoeker, bijvoorbeeld wanneer EHBO moet worden verleend of
levensreddende handelingen moeten worden verricht. Raakt de bezoeker niet op een zodanige wijze aan dat de bezoeker en/of de medewerker zelf deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel, agressief of intimiderend kan ervaren;
7. respecteert de bezoeker en onthoudt zich ervan de bezoeker te bejegenen op een wijze die de  bezoeker in zijn/haar waardigheid aantast; bijvoorbeeld geen intimidatie, dreigen, dwingen, agressie, pesterijen, dubbelzinnigheden, ongewenste intimiteiten enz. Bezoekers worden niet gediscrimineerd op grond van geslacht, ras, seksuele voorkeur, levensbeschouwelijke overtuiging,
culturele identiteit seksuele voorkeur, handicap of om welke reden dan ook;
8. toont betrokkenheid bij de bezoeker maar bewaakt en bewaart in zijn/haar contacten met de bezoeker altijd professionele afstand;
9. dringt niet verder in het (privé)leven van de bezoeker door dan nodig is voor de uitoefening van zijn/haar functie; dat geldt ook voor contacten via elektronische communicatiemiddelen;
10. geeft duidelijk zijn/haar grens aan als een bezoeker aandringt op intimiteit; dat geldt ook indien via elektronische communicatiemiddelen op intimiteit wordt aangedrongen.
© Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, 25 mei 2011 4
In het voorgaande zijn de regels voor de omgang met ‘bezoekers’ in het algemeen uiteengezet. In het hiernavolgende worden specifieke nadere regels beschreven ten aanzien van zwemleerlingen en hun ouders/verzorgers. Deze beide groepen zijn in eerste instantie bezoekers van het zwembad,
maar anders dan reguliere bezoekers hebben zwemleerlingen tijdens de zwemles sociale omgang met hun zwemonderwijzer. Er is sprake van een direct contact tussen zwemleerling-zwemonderwijzer binnen een afhankelijkheidssituatie. Ook in het contact met hun ouders/verzorgers is er sprake van een dergelijke afhankelijkheidsrelatie
tussen zwemonderwijzer en ouder/verzorger, waarbij de zwemonderwijzer professioneel overwicht heeft uit hoofde van zijn/haar beroep. Het voorgaande geldt in voorkomende gevallen ook andere
zwembadmedewerkers dan zwemonderwijzers.
NPZ hecht aan deze specificatie, gezien de betrokkenheid bij het Nationaal zwemdiploma. Alle regels voor de omgang met bezoekers zijn van overeenkomstige toepassing op de omgang met
zwemleerlingen en ouders/verzorgers. Anderzijds zijn de hieronder geformuleerde regels voor de omgang
met zwemleerlingen en ouders/verzorgers van overeenkomstige toepassing op de omgang met
bezoekers.
De zwembadmedewerker in contact met zwemleerlingen
1. respecteert de zwemleerling in blik, woord, gebaar en maakt van hem/haar geen beeldopnames, tenzij zwemleerlingen en/of hun ouders zelf om het maken van beeldopnames verzoeken en in
dat geval op zodanige wijze dat de zwembadleerling niet wordt aangetast in zijn waardigheid en de beeldopname niet als seksueel kan worden ervaren;
2. maakt beslist geen misbruik van de machts- en afhankelijkheidsrelatie die voortvloeit uit zijn/haar beroep;
3. onthoudt zich van elke vorm van intimidatie t.w.: intimideren, vernederen, dreigen, dwingen, schelden, negeren, pesten, racisme, homo-intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie op grond van geslacht, ras, overtuiging, seksuele voorkeur, handicap of om welke reden dan ook;
kinderen worden aangesproken bij hun naam en beslist niet op uiterlijke kenmerken of specifieke gedragingen;
4. zorgt voor sociale veiligheid binnen zijn/haar lessen, met name voor de minder bewegingsbegaafde zwemleerlingen; overbodige vergelijkingssituaties en situaties die de lichamelijke verschijningswijze accentueren, worden vermeden;
5. zorgt ervoor dat noodzakelijk lichamelijk contact functioneel is en niet misverstaan kan worden. Functionele aanrakingen als techniek, houdings- en ademhalingscorrecties worden zoveel mogelijk voorafgegaan door een aankondiging van de aanraking en gaan vergezeld van uitleg
over het waarom van de aanraking.
© Nationaal Platform Zwembaden | NRZ, 25 mei 2011 5
De zwembadmedewerker in contact met ouders/verzorgers:
1. respecteert de ouder/verzorger in blik, woord en gebaar;
2. gaat in contact met ouders/verzorgers correct om met het overwicht dat voortvloeit uit zijn/haar beroep;
3. verstrekt eerlijke en ter zake doende informatie over de vorderingen/prestaties en (bewegings) gedragingen aan ouders/verzorgers inzake de zwemleerling;
4. is tijdens de lessituatie zichtbaar. Als de situatie een 1 op 1 setting vergt, overlegt de medewerker dit met zijn/haar leidinggevende en vraagt de ouders om toestemming. Tevens meldt de zwembadmedewerker een dergelijke situatie in het logboek;
5. realiseert zich dat bepaalde instructie-handelingen door ouders/verzorgers misverstaan kunnen worden en kunnen leiden tot beschuldigingen van (seksuele) intimidatie; is daarom te allen tijde bereid om rekenschap af te leggen van de gevolgde pedagogische aanpak/over de wijze van instructie, aan ouders/verzorgers en leidinggevende. Van het gebruik
van een pedagogische aanpak welke niet standaard toegepast wordt, maakt de zwembadmedewerker melding in het logboek en bij de ouders/verzorgers.